Een brug slaan tussen
verschillende partijen

17 mei 2021

Beslaglegging op levende have

Geduld is een schone zaak, tot op zekere hoogte. Wanneer een schuldenaar zijn betalingsverplichtingen niet nakomt en de schuldenaar al meerdere malen gesommeerd is tot betaling ontstaan frustraties. Een van de conservatoire rechtsmiddelen die dan open staat is beslaglegging.

Beslaglegging is een ingrijpend middel om zekerheid tot verhaal te creëren. Er bestaan twee wijzen van beslaglegging. Het executoriale beslag, en het conservatoire beslag. Voordat er overgegaan kan worden tot beslaglegging, is er bij conservatoir beslag toestemming van de rechter nodig: het verlof (op enkele uitzonderingen na). Nadat een rechter verlof heeft verleend kan het beslag door een deurwaarder worden gelegd.

Bij executoriaal beslag is er al sprake van een gerechtelijke procedure waarbij de rechter vonnis heeft gewezen. Een conservatoir beslag wordt gelegd wanneer er nog geen gerechtelijke procedure is gestart en er nog geen vonnis van de rechter is uitgesproken. Het conservatoire beslag dient ter zekerheidstelling in afloop van een te voeren gerechtelijke procedure. Er moet dan immers een eis in de hoofdzaak, dus in een gerechtelijke procedure, aan de rechter worden voorgelegd.

Voorafgaand aan het leggen van beslag is het zinvol eerst onderzoek te doen. Zo moet er gekeken worden of het (beslag)object vatbaar is voor beslag verhaal. Kortgezegd houdt dit in dat het beslagen goed van een bepaalde waarde moet zijn die proportioneel is ten opzichte van de openstaande vordering.

Er kunnen zich situaties voordoen waarbij er namens een schuldeiser beslag moet worden gelegd op levende have. Vertaald naar de hippische wereld: de paarden die bij jou op stal staan worden beslagen. En dan wordt hier niet bedoeld een bezoekje van de hoefsmid.

Bij beslaglegging op levende have moet onderscheid gemaakt worden tussen de beslaglegging op gezelschapsdieren of beslaglegging op dieren die bedoeld zijn voor de handel. Beslag mag namelijk niet worden gelegd op gezelschapsdieren van de schuldenaar of diens huisgenoten, alsmede de voor de verzorging van deze dieren noodzakelijke zaken (artikel 447 lid 1 sub g Rv). Er kan situatieafhankelijk beargumenteerd worden of het betreffende paard wordt aangemerkt als een gezelschapsdier of als handelsvoorraad.

Bij het leggen van conservatoir beslag kan er tevens verzocht worden tot het in bewaring nemen van het (beslag)object (artikel 709 lid 1 Rv). Hier gaat in beginsel een zitting aan vooraf waarbij vermoedelijke eigenaren die zich melden worden gehoord. Alleen in bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken. Dit moet dan duidelijk geformuleerd worden in de processtukken.

Wanneer paarden in bewaring worden genomen, rust er een zorgplicht op de bewaarder (artikel 7:603 BW). Er moet dan rekening worden gehouden met bijkomende kosten. Zo zal het in bewaring nemen van een paard een grotere zorgplicht met zich meebrengen dan het in bewaring nemen van een auto. Zeker wanneer het gaat om waardevolle exemplaren. Voorts kan er tijdens de beslaglegging op paarden ook beslag gelegd worden op het paardenpaspoort. Indien ook op het bijbehorende paspoort beslag is gelegd, kan het paard niet vervoerd worden. Het is namelijk op grond van de regeling Identificatie en Registratie van dieren (welk gebaseerd is op Europese regelgeving) verboden een paard te vervoeren op de openbare weg zonder paspoort.

Het kan voorkomen dat de paarden waar beslag op is gelegd een andere eigenaar hebben dan de persoon waarop de schuldeiser een vordering heeft. Indien dit het geval is, zal er bewijs moeten worden aangeleverd om aan te tonen dat niet de schuldenaar de eigenaar is van de paarden, maar de persoon die zich meldt. Dit was ook het geval in een kort geding vonnis van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 27 september 2017 (ECLI:NL:RBZWB:2017:6161). Hierin stelde eiser dat hij eigenaar was van het paard en recht had op afgifte van het paard. De Voorzieningenrechter oordeelt dat eiser eigenaar is van het paard en dat hij door middel van het aanleveren van documentatie, waaronder de aankoopfactuur en een verklaring van een derde aannemelijk heeft gemaakt dat hij eigenaar is van het paard. In die procedure ontbrak tegenbewijs, maar dat wil dus niet zeggen dat een gepretendeerde eigenaar hier makkelijk mee wegkomt indien er wel tegenbewijs kan worden geleverd. Een kort geding leent zich in beginsel niet voor uitgebreide bewijslevering, zodat het van belang is dat er zoveel mogelijk op schrift of in e-mailcorrespondentie vastligt.

In een eerder geschreven artikel van 6 maart 2021 is het eigendomsbewijs van een paard aan bod gekomen. In de praktijk blijkt dat het vaststellen van het eigendom van een paard nog niet zo gemakkelijk blijkt te zijn. Bij beslaglegging op paarden moet er goed onderzoek gedaan worden naar het eigendom van een paard. Is de schuldenaar daadwerkelijk de eigenaar van de paarden? Of zijn er derden bij betrokken? In de praktijk blijkt dit soort casuïstiek nog niet zo eenvoudig. Tevens kan een deurwaarder onderzoek laten doen door in samenwerking met een dierenarts de chip in het paard te laten lezen om zo te kijken of de chip op naam staat van de vermoedelijke eigenaar. Dit is een van de factoren aan de hand waarvan de eigendom kan worden bepaald. Zoals uit de rechtspraak blijkt is het slagen van een vordering tot vaststelling van de eigendom afhankelijk van de kwaliteit en omvang van het te leveren bewijs en het tegenbewijs.

Heeft u problemen met een schuldenaar die niet betaalt of is er bij u beslag gelegd op goederen en komt u hier niet uit? Neem dan contact op met ons kantoor, wij helpen u graag verder. Ook als u zelf beslag wilt leggen, heeft u een advocaat nodig.

 

Auteurs: J.N. (Juliëtte) Van der Endt LLB & mr. A.C.F. (Fabian) Berkhof